Level 2

De cursist heeft al basisvaardigheden in het Nederlands, maar hij/zij wilt zich verder ontwikkelen. De communicatie in het dagelijks leven in het dagelijks leven verbeteren, een 'deepdive' nemen in de verleden tijd.

In deze cursus oefenen we met de stof en grammatica die we eerder hebben geleerd, maar nu nemer we het een stapje verder met de verleden tijd, nieuwe situaties, bijvoeglijke naamwoorden en nog veel meer!

Leerdoelen:
    - de hoofdboodschap begrijpen van eenvoudige teksten over winkelen, uit eten gaan en reizen met het openbaar vervoer
     - communiceren in eenvoudige situaties die korte uitwisselingen over vertrouwde onderwerpen vereisen
     - je kan praten over de belangrijkste behoeften van het dagelijks leven
     - je kunt praten over plannen voor de toekomst en je kent de basis van het maken van de verleden tijd, dit gaat door op niveau 3
      -je kunt complexe zinnen maken met behulp van  voegwoorden

Hoofdthema's die behandelt worden:
1. Winkelen en de weg vragen:
   - marktdialogen
    - winkelen voor kleding, schoenen, enz.
    - vervanging van de gekochte goederen
    - de weg wijzen
    - grammatica: voorzetsels van plaats ‘bij’, ‘naast’, ‘aan’, ‘tegenover’     etc.
    - grammatica: regels voor het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden
2. Afspraak maken:
   - telefonische reserveringen maken
   - bestellen in een restaurant, café
   - dating vrienden in je vrije tijd
    - basisprincipes van schrijven via social media, informeren over          bijeenkomsten, tijd en plaats
    - grammatica: toekomende tijd 'zullen', 'gaan'
    - grammatica: voegwoorden en de regel van hun gebruik: 'maar',          'want', 'dus', 'en', 'of', 'omdat', 'als', 'dat'

3. Reizen, openbaar vervoer:
   - middelen van openbaar vervoer
   - reisinformatie en planning (platform, vertrektijd, prijs)
  - het gebruik van de verleden tijd bij het beschrijven van een       vakantie/reis
  - grammatica: gradatie van bijvoeglijke naamwoorden 'trappen van       vergelijking'
  - grammatica: leidt tot de verleden tijd ‘t-ex-k-o-f-s-ch-i-p

Leermethode:
U leert Nederlands met verschillende werkvormen:
- Spreken: vanaf de eerste les spreek je al de eerste zinnen. Het is belangrijker om hele zinnen te onthouden dan alleen nieuw geleerde woorden.
‍
- Schrijven: tijdens de lessen en als onderdeel van je huiswerk schrijf je zinnen die de basisregels van de grammatica versterken. U zult niet alleen onze voorbeelen gebruiken, maar ook de suggesties die u nodig heeft voor uw werk of het dagelijks leven.
‍
- Lezen: we gebruiken veel dialogen, artikelen, praktische scènes waardoor je nieuwe zinnen en uitdrukkingen uit verschillende bronnen leert.
‍
- Luisteren: dit is de basis van het leren van elke taal.  Ons doel is dat u leert luisteren en woorden opvangt die van invloed zijn op het begrip van de context van de uiting.
‍
Onze handleidingen en gebruikte programma's bevatten veel audio-opnamen (MP3), ook ondersteund door beeldmateriaal. Hierdoor worden bovengenoemde leerkanalen gecombineerd en geactiveerd, wat de effectiviteit van het lesgeven vergroot.

Wat maakt onze cursussen anders?
    - ervaren docenten en 'native speaker' op hoog niveau
    - cultuurverschillen worden in kaart gebracht
    - wij oefenen heel veel veel tijdens de les
    - de lessen kunnen ook vanuit huis (online) gevolgd worden - je        verspilt geen tijd aan woon-werkverkeer
    - wij hebben tussentijdse toetsen om de voortgang van het leren te        controleren
    - wij hebben een echte passie voor het delen van kennis

Duur:
De cursus bevat 14 lessen van 2 uur. U kunt kiezen voor 1 of 2 lessen per week.

Toetsing:
Wij werken met 2 tussentijdse toetsen die als huiswerk meegegeven worden. Daarnaast is er tijdens de laatste les een mondeling examen en een schrijfexamen waarbij het spreken, lezen schrijven getoest wordt.